1 april 2011

1 aripl: gajrpesdag

Zo Fandaach was het tuz weer 1 abril. Aldijt een leuk dachje. Je kend tat wel: Abrilfisjes op je rug enz...
Maar het nifo van de schreivsels van juli kinteren is wel eel laach. Se schrijfen taar alemaal sgreifvauten op. Fan wie se tad nu weer geleert heppen weet ik niet. So een abrilfisje bevat alerlij bootschabben. soals: slag mij - soen mij - tuw mij - ensofoort. Dese dach kreig je ook veel schauderklopjes, weliswaar op je ruch. Onse baas sou da peter ook eens een keer meer mochen doen. Opelijk worten juli fantaag ook niet gevobt. Fobben is wel plesant en leerreik. So leer je jeselv vertetigen. Zo souden de menzen eens een obmerking moeden gefen ofer mijn schreifnifo. Turf maar eenz te reacheren. Wetten tad je tad ni durvt.
Ho ja, fantaag heppen wei de kienderen tan maar gevopt. Alle leerkragten heppen in een handere klaz lesgecheven. Ta fonde se wel plesant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten